Koningin Juliana (1909-2004)

Gerrit Jan van der Veen (1902-1944). Brons, 34,5 x 20,5 cm. Vervaardigd in opdracht van het weekblad De Kunst, 1935; dit exemplaar gegoten in opdracht van de Raad van State door Binder Bronsbeeldgieterij te Haarlem, 1983.

Weekblad De Kunst

In 1934 besloot Nathan Wolf (1872-1942), directeur en hoofdredacteur van het weekblad De Kunst, een portretkop van Prinses Juliana te laten vervaardigen. Hij deed dit ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van zijn blad. De opdracht werd gegeven aan de beeldhouwer Gerrit Jan van der Veen (1902-1944). Het eerste in brons gegoten exemplaar werd in september 1935 aangeboden aan Koningin Wilhelmina. Andere exemplaren kregen onder andere een plaats in de gebouwen van de universiteiten van Leiden, Groningen en Utrecht. Nog voor de opening van het gebouw aan de Kneuterdijk in 1983 werd met instemming van de weduwe van de beeldhouwer een extra exemplaar van het borstbeeld in brons gegoten. Het kreeg een plaats in een van de beide nissen in de Anna Paulowna-kapel. Daar bleef het totdat het werd bestemd voor de vorstelijke portretgalerij aan de Parkstraat.

Over de kunstenaar Gerrit Jan van der Veen

Gerrit Jan van der Veen werd in 1902 in Amsterdam geboren. Hij volgde aanvankelijk een opleiding als werktuigkundige, maar kreeg een aantal jaren later alsnog de gelegenheid zijn artistieke roeping te volgen. Van 1928 tot 1932 studeerde hij aan de Rijksakademie van beeldende kunsten in Amsterdam. Daar legde hij zich vooral toe op de beeldhouwkunst en volgde hij onder andere de lessen van Jan Bronner.

In de loop van de jaren dertig verwierf hij geleidelijk een zekere reputatie als beeldhouwer en kreeg hij onder andere opdrachten voor de monumenten voor Prins Hendrik te Den Helder (1935), voor Koningin Emma te Baarn (1937) en voor Wilhelmina Drucker in Amsterdam (1939). Zijn laatste grote opdracht was de beeldengroep De Eendracht van het Land boven de Leidseveertunnel in Utrecht (1940).

Na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog raakte Van der Veen steeds meer verwikkeld in het kunstenaarsverzet. Dankzij zijn inzet voor de productie en verspreiding van valse persoonsbewijzen konden duizenden mensen uit handen van de Duitsers blijven. Daarnaast had Van der Veen een werkzaam aandeel in een aantal grote verzetsacties, zoals de aanslag op het Amsterdamse bevolkingsregister op 27 maart 1943, de overval op de Landsdrukkerij in Den Haag op 29 april 1944 en de overval op het Huis van Bewaring in Amsterdam op 1 mei 1944. Bij die laatste actie raakte hij ernstig gewond.

Enkele weken later werd hij op zijn onderduikadres gearresteerd en op 10 juni 1944 is hij in Overveen door de Duitsers gefusilleerd. Zijn belangrijke en veelzijdige rol in het verzet heeft hem een blijvende roem bezorgd, die zijn verdiensten als beeldhouwer enigszins heeft overschaduwd.