Eric Claus

Als maker van het eerste en het laatste portret uit de reeks heeft Eric Claus een belangrijke rol gespeeld in het ontstaan van de portretgalerij van de Raad van State.
Eric Claus werd op 3 juni 1936 in Haarlem geboren. Al op 13-jarige leeftijd begon hij met zijn opleiding aan de Grafische School in Amsterdam, waarna hij van 1952 tot 1954 tekenen en grafiek studeerde aan de Amsterdamse Rijksnormaalschool voor Tekenleraren. En hoewel de sterke aanleg voor grafiek en letters in Claus' latere oeuvre zichtbaar is gebleven en hij in 1954 een korte carrière in het reclamevak begon, trok de beeldhouwkunst. Daarom zette hij in 1955 zijn opleiding voort bij de Rijksacademie van beeldende kunsten in Amsterdam. Daar kreeg hij les van de beeldhouwers Piet Esser (1914-2004) en Paul Gregoire (1915-1988), die beiden een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan zijn artistieke vorming. Later keerde Eric Claus terug naar de Rijksacademie, waar hij in 1979 benoemd werd tot hoogleraar beeldhouwkunst. Dat bleef hij elf jaar lang, maar in 1990 besloot hij zich geheel aan zijn creatieve werk te wijden. Claus woont sinds 1983 in Broek en Waterland. In een oud schoolgebouw hebben beeldhouwster Heleen Levano en hij hun ateliers. Daarnaast heeft hij een atelier in Watergang dat geschikt is voor werk op groot formaat.

Combinatie beeldhouw- en penningkunst

Van meet af aan zien we in het werk van Eric Claus een combinatie van uiteenlopende specialisaties binnen het terrein van de sculptuur, zoals de monumentale beeldhouwkunst enerzijds en de penningkunst anderzijds. Al vrijwel onmiddellijk nadat hij de academie verlaten had, vond zijn talent erkenning. In 1961 won hij de Sportprijs van het Prins Bernhardfonds en in 1962 de eerste prijs van de Vereniging voor Penningkunst met het ontwerp voor een herdenkingspenning voor de architect Frank Lloyd Wright. Tot de vroege monumentale werken behoort de sculptuur Toernooirijders, dat in 1964 een plaats kreeg op de Oude Groenmarkt in Haarlem.

Grafische, reliëfachtige vormen

In zijn penningkunst speelde het reliëf direct een belangrijke rol. Hierdoor hebben zijn numismatische werken een sterk driedimensionaal karakter. De bijzondere band tussen zijn beeldhouw- en penningkunst werd in de jaren tachtig nog aanzienlijk versterkt toen de kunstenaar bij zijn beelden steeds vaker de aandacht voor het creëren van plastisch volume verplaatste naar het oproepen van grafische, reliëfachtige vormen. Eenzelfde ontwikkeling zien we in zijn penningen, waarin niet meer de hoogte van het reliëf overheerste, maar juist de combinatie van contouren en letters. En een zeer essentiële factor: vaak bestaan Claus' penningen niet meer uit een gesloten vlak, maar uit een opengewerkte ronde of rechthoekige vorm, die binnenin en aan de randen openingen in het vlak vertoont. Aangezien ook in monumentale opdrachten de opengewerkte, bijna tweedimensionale vorm een belangrijke rol ging spelen, kwamen monumentale beeldhouwkunst en penningkunst in die jaren soms opvallend dicht bij elkaar. Kenmerkend is het geheel opengewerkte monument voor Willem Drees. Het werd in 1988 gemaakt voor de Haagse Groenmarkt en later verplaatst naar het Buitenhof in Den Haag.

Commedia dell'arte

Diverse thema's hebben gedurende kortere of langere periode een hoofdrol in het werk van Eric Claus gespeeld. Een thema dat als een rode draad door een belangrijk deel van zijn leven loopt, is de Commedia dell'arte. Zijn belangstelling voor de toneelwereld werd gevestigd door de hem in 1978 verleende opdracht penningen te maken voor de winnaars van de twee belangrijkste Nederlandse toneelprijzen, de Louis d'Or en de Theo d'Or.

Johan Cruijff

Een ander belangrijk thematisch blok vormt de reeks van 21 portretpenningen van grote filosofen van de twintigste eeuw, die hij in 1997 maakte. Zelfs een enkelvoudige opdracht voor een sculptuur heeft soms geleid tot een omvangrijke en gevarieerde reeks van werken. Een mooi voorbeeld hiervan is de opdracht voor een borstbeeld van Johan Cruijff voor de Portretgalerij van Museum Beelden aan Zee in Den Haag. De in de jaren 2006-2007 gerealiseerde oogst bleef niet beperkt tot dat ene uiteindelijk gekozen borstbeeld van Cruijff. Het omvatte in totaal vijftien tekeningen, twaalf koppen, dertien reliëfs en twaalf penningen. Zij geven de voetballer in allerlei gedaanten en uitvoeringen weer en dat zonder dat hij ooit voor Eric Claus heeft geposeerd.

Onze Lieve Vrouwetoren

Het meest recente voorbeeld van een op zichzelf al zeer grote opdracht, die tal van extra producten opleverde, was die voor de Pelgrimsdeur van de Onze Lieve Vrouwetoren in Amersfoort. Dit project verwezenlijkte hij in de periode 2011-2014. Het leidde, naast de monumentale deur zelf, het timpaan daarboven en de vele voorbereidende schetsen, tot een serie penningen en een reeks schilderijen en pastels.

Omvangrijk oeuvre

Het grote creatieve vermogen en de tomeloze werkdrift van Eric Claus hebben in een periode van meer dan een halve eeuw geleid tot een omvangrijk oeuvre. Een oeuvre van vele honderden monumentale en kleinere sculpturen en vele penningen. Hij heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de Nederlandse beeldhouw- en penningkunst van de tweede helft van de twintigste eeuw en de eerste decennia van deze eeuw. Geen enkele Nederlandse kunstenaar heeft zo sterk bijgedragen aan een goede integratie van de penningkunst in de bredere discipline van de beeldhouwkunst als Eric Claus.